'Je ziet het pas als je het doorhebt.'
Probeer het beeld eens op je netvlies te krijgen. Het is een klassieke scène uit de legendarische maffiafilm The godfather. Don Corleone – de grootste maffiabaas aller tijden- zit in een rokerige, donkerbruine jaren ’70 kamer achter zijn bureau. Geflankeerd door twee bodyguards ‘blaft’ hij orders naar zijn ondergeschikten die niet veel andere keus hebben dan deze op te volgen. Het stereotype beeld van een crimineel. Op basis waarvan iedereen er direct een herkent.
Tsja, iedereen zegt altijd: ‘Ik herken de crimineel heus wel als deze voor me staat. Mij overkomt dat niet.’ Maar helaas, zo werkt het niet! Iedereen om me heen had gewoon een ‘day job’. Niemand was 100% van z’n tijd met criminele dingen bezig. Als ik dat überhaupt al doorhad. Het was het type crimineel dat steeds door de mazen van de wet glipt; voor 90% eerzaam bezig en de rest crimineel. En dan voor je het weet, neem je deel aan wat de rechter zo mooi een crimineel samenwerkingsverband noemt.’ Aan het woord is Leroy (niet zijn echte naam), locatie van het gesprek is de penitentiaire inrichting in Nieuwegein waar hij een straf uitzit van vier jaar. Ondanks dat de nazomer een ongenadige 30 graden op de thermometer zet, is Leroy onberispelijk gekleed in een nette spijkerbroek en blouse met lange mouwen. Niet per se de standaard kleding die je zou verwachten bij een gedetineerde. Maar net als zijn kleding is Leroy evenmin een standaard gedetineerde.
Het Nederlands rechtssysteem is verrot
Zijn levensverhaal is dat van een gemiddeld iemand. Hoewel vader en moeder scheiden als hij zeven is, vader daarna al vrij snel uit beeld verdwijnt en hij ook de rest van zijn familie niet vaak ziet, rondt hij twee universitaire studies af, vindt een prima baan, krijgt een vriendin, in 2015 gevolgd door een dochter. Leroy is op dat moment 28 jaar oud en heeft zijn leven op orde. Maar dan keert het tij als zijn relatie strandt en hij z’n dochtertje niet meer mag zien. De strijd met zijn ex die daarop ontstaat, kent meerdere dieptepunten. Fysiek geweld tegen hem, uitgebrande auto’s, beschuldigingen van seksueel misbruik van zijn dochtertje. De rechter spreekt Leroy op elk punt vrij. Toch resulteert het in tientallen rechtszaken waarin Leroy zonder resultaat een omgangsregeling probeert af te dwingen. Het is voor hem het begin van een diepe afkeer van en wrok richting het Nederlands rechtssysteem. ‘Een kind heeft recht op een vader en moeder, toch? Nou, ik ben inmiddels 81 rechtszaken verder en nog steeds geen drol opgeschoten. Sterker nog, ook mijn tweede kind dat ik kreeg met een andere vrouw, mocht ik om voor mij totaal onduidelijke redenen niet meer zien. Ik was nog nooit met de politie in aanraking geweest, heb mijn leven altijd netjes geleid en heb nota bene een lerarenopleiding gevolgd. Als er iemand iets afweet van opvoeden dan ben ik het wel! Maar ik kwam alleen maar rechters tegen die de kant van mijn ex(-en) kozen.’
Van je vrienden moet je het hebben
Het is in die heftige periode van rechtszaken, die zeven jaar lang zijn leven beheersen, dat Leroy een min of meer bewuste keuze maakt. Zijn vrienden met wie hij regelmatig afspreekt en fungeren als zijn sociale vangnet, ziet hij steeds minder. ‘Ze zeiden: ‘Je bent alleen maar bezig met je kinderen; tijd voor een biertje heb je niet meer.’ Ze vonden sowieso dat ‘de leuke Leroy’ er niet meer was. En misschien hadden ze daar ook wel gelijk in. Ik hád in die tijd ook overal schijt aan. Mijn vertrouwen in de overheid daalde tot een dieptepunt. Het beeld dat ik had van Nederland dat alles zo goed was geregeld, stortte volledig in. En m’n oude vrienden? Ik vond het wel best dat ik ze steeds minder zag. Het was een bewuste keuze om me steeds meer in te laten met anderen; mensen die net als ik ook tegen het rechtssysteem aanschopten. Mensen die ik interessant vond omdat ze openlijk kritiek hadden op hoe dingen in Nederland geregeld zijn. Mensen die zelfs rechtszaken aanspanden om controversiële zaken aan de kaak te stellen. Nu weet ik alleen wel beter.’
De rechtszaak waarop Leroy doelt, betrof het voornemen van de gemeente Rotterdam om bepaalde personen als ‘veiligheidsrisicosubject’ aan te merken. Dit besluit stelde de gemeente in staat personen ten alle tijden preventief te fouilleren. Daar waar zijn vriend aangaf dit als schending van zijn persoonlijke integriteit te beschouwen, bleek later dat hij alsnog opgepakt was met een doorgeladen vuurwapen op zak.
‘Ik vond Nederland zo oneerlijk! Dus toen hij die rechtszaak aanspande, stond ik volledig achter hem. Dít waren interessante mensen en zijn zaak was precies datgene waar ik zo tegen ageerde. Nu begrijp ik dat het volledig zijn eigen belang was; hij wilde gewoon niet gepakt worden met een vuurwapen op zak. Maar ja, dat zie ik nu achteraf. En het was ook niet zo dat er van alles onder mijn neus gebeurde dat alarmbellen had moeten doen rinkelen. In feite was niks illegaal of strafbaar. En het ging zo geleidelijk; ik heb gewoon niets doorgehad. Maar een rechter die alles bij elkaar optelt, heeft daarvoor wél een mooie term. Criminele inmenging. Iets wat je pas ziet als je het doorhebt.’
Jarenlange investering in een vriendschapsband
Op zeker moment ziet Leroy zijn oude vrienden nauwelijks nog en komt als gevolg daarvan in een sociaal isolement. Om daaraan te ontsnappen, komt hij steeds vaker bij een snackbar waar hij daarvoor al vaker kwam. ‘Ik kwam daar graag. Het was sowieso een straat waar altijd reuring was. Winkels met veel aanloop, zoals zonnestudio’s en kappers. En ook ’s avonds gebeurde er altijd wel wat; er waren altijd veel mensen op de been. Iets wat me op een of andere manier een minder eenzaam gevoel gaf. Ik kende eigenaar Xio (niet zijn echte naam) van gezicht en van hoi en dag zeggen. Meer dan dat was het de eerste jaren niet. Maar langzaamaan veranderde dat. Dan appte hij me terwijl ik nog op de whiskyproefclub was met de vraag wat ik wilde eten. Dan kon hij het alvast klaarmaken. Meestal was ik vreselijk teut als ik bij hem kwam -het principe van whisky uitspugen bij een proeverij ging een beetje langs me heen- waardoor onze gesprekken steeds openhartiger werden. Het bleek dat ook Xio zijn kinderen niet meer zag; iets wat de band die we opbouwden nog eens extra verstevigde. Maar dat ging echt niet van vandaag op morgen. Van alle jaren dat ik hem kende waren we pas de laatste twee jaar voor mijn gevoel vrienden. Nu ik erop terugkijk, heeft hij gewoon jaren bewust geïnvesteerd in het opbouwen van een vriendschap. Want het ging van zorgen dat er een hamburger klaarstond, naar gratis eten omdat ik al jaren een vaste klant was, naar een uitnodiging voor een barbecue bij hem thuis.’
Van belastinggeld betalen we alleen maar domme rechters
‘Xio voelde het ook verdomd goed aan als ik niet lekker in mijn vel zat. Juist op dat soort dagen nam hij me mee uit eten. Alsof hij er een antenne voor had op welke momenten hij me moest paaien. En tsja, als er dan een kleine vriendendienst van je wordt gevraagd, dan weiger je toch niet? Dus toen hij vroeg of ik een rapport van een psychologisch onderzoek op wilde halen bij een psychiater in Rotterdam, deed ik dat gewoon. Want wat is daar illegaal aan? Helemaal niks toch? Waarom dat niet via de mail of de post kon? Ik had werkelijk geen idee. Stond ik ook niet bij stil en het interesseerde me niet. Niet lang daarna vroeg Xio of ik hem wilde helpen met de aanschaf van een stuk grond met bijbehorend agrarisch bedrijf in het buitenland. Daar zou hij Europese subsidies voor kunnen krijgen maar hij was volgens eigen zeggen niet handig genoeg om zo’n aanvraag in te dienen. Of ik hem daarbij wilde helpen. En dat is nou precies wat een rechter criminele inmenging noemt. Ze misbruikten mij gewoon voor hun illegale praktijken. Alleen zag ik er op dat moment niks geks in. Xio bezat meerdere bedrijven, was lid van ondernemersverenigingen. Zo presenteerde hij zich ook; als succesvol ondernemer. Niet dat zijn ondernemingen ook allemaal succesvol waren, zeker niet. Sommige zaken waren nooit open. Een restaurant dat maar twee dagen per week open was, boekte megawinsten. Dat restaurant was – denk ik– puur een dekmantel voor het witwassen van crimineel geld. En ik wist ergens ook wel dat het niet helemaal klopte. Maar ik zat echt in een mindset van ‘Hé, die mensen doen iets wat niet mag; boeien!’ Ik vond het allemaal wel best; met de belasting die Xio had moeten betalen, werden toch alleen maar domme rechters gefinancierd. Dus het papierwerk dat gemoeid was met de aanschaf van de grond in het buitenland, deed ik graag. Ik onderhield het contact met de makelaar en toen Xio aanvullend vroeg of ik wilde helpen met het opzetten van een transportbedrijf voor het internationale veevervoer, deed ik dat er ook nog even bij. Achteraf had ik m’n vraagtekens kunnen zetten bij de containers met dubbele wanden die Xio wilde voor het transport. Maar een dubbele wand isoleert; in de zomer blijft het koel en in de winter warm. Heel logisch. Wist ik veel dat in de dubbele wanden automatische wapens verstopt zaten. Op dat moment was niks wat ik voor hem deed, illegaal. Ja, oké…. Ik heb Xio geholpen met het aanvragen van een bijstandsuitkering. Hij gaf aan dat de boel in het buitenland even niet zo lekker liep en hij een financiële buffer nodig had. Blijkbaar werkte hij al die tijd zwart in de snackbar. Dat vond ik wel even gek. Maar ook nu weer overheerste het gevoel dat het prima was dat iemand de overheid oplichtte.’
Het intellectuele brein van een criminele organisatie
Alle gebeurtenissen bij elkaar doen geen belletje rinkelen bij Leroy. Ook niet als een bekende van Xio op zijn telefoon een foto van een automatisch wapen laat zien en vraagt wat hij ervan vindt. ‘Ik was lid van een schietvereniging en geïnteresseerd in wapens. Als iemand me dan vraagt om vanaf een foto de kwaliteit van een wapen te beoordelen, dan vind ik dat niet per se vreemd.’ Helaas voor Leroy denkt de rechter er anders over als de politie in Xio’s huis meerdere automatische wapens vindt. Een aantal daarvan bevindt zich in een aan hem geadresseerde doos, maar met het adres van Xio. Hoewel Leroy’s verklaring voor de adressering heel aannemelijk is, verdenkt de rechter hem er uiteindelijk van het intellectuele brein te zijn achter een crimineel samenwerkingsverband dat wapens importeert en verkoopt. ‘Volgens de rechter was het feit dat ik nooit fysiek bij een wapenleverantie aanwezig bent geweest, geen bewijs dat ik er niks mee te maken had. Ik heb die wapens nooit gezien en ik ben nota bene de enige van wie er geen vingerafdrukken op de wapens staan. Maar volgens de rechter kan je bevelen en opdrachten heel goed vanaf een afstand geven. De politie vond het verdacht dat ik geen melding had gedaan van de foto die ik kreeg te zien. Maar zo’n foto kan iedereen toch zo van internet plukken? Helaas telde de rechter gewoon alles bij elkaar op: dingen die op zich niet verboden zijn maar qua uitkomst van de optelsom betekenden dat ík in hun ogen de spil van een criminele organisatie was. Zo was de psychiater zo corrupt als wat. Hij pleegde valsheid in geschrifte met de psychologische rapporten die gebruikt werden voor het verkrijgen van subsidies en uitkeringen. Toen dat aan het licht kwam is hij Nederland ontvlucht. Om die reden werd hij al een tijdje geobserveerd. En drie keer raden wie er bij die observatie in beeld kwam. Ik natuurlijk omdat ik zo naïef was iets bij hem op te halen. De aanvraag van de Europese subsidie stond op mijn naam. De vrachtwagens die de wapens vervoerden; door mij geregeld. Net als de dubbelwandige containers. Mijn naam op een doos met automatische wapens. Ik die lopend op de terugweg van de rechtbank opeens in de buurt van een wapendeal bleek te zijn. Het telde allemaal op naar een buiten heterdaad aanhouding.’
Ik ben toch te slim om me voor een crimineel karretje te laten spannen?
Achteraf realiseert Leroy zich dat hij misschien toch wat dingen over het hoofd heeft gezien. Dat hij misschien toch wat naïef is geweest. Regelmatig als Xio terugkeert uit het buitenland, heeft hij flinke geldbedragen tot zijn beschikking. Bedragen die niet echt stroken met zijn bijstandsuitkering of de snackbar. Het geld zou hij dan verdiend hebben met de verkoop van vee. Maar toen Leroy zelf een keer de boerderij bezocht, bleken er alleen maar kadavers te liggen en was er nauwelijks sprake van enige bedrijvigheid. Ook het verzoek om zijn privé Telegramaccount over te kunnen nemen – het account dat later onder een andere naam gebruikt wordt om wapendeals te sluiten – lijkt een bewuste daad van een van zijn ‘vrienden’. ‘Ik zat in bepaalde -legale- Telegramgroepen, waar een van m’n zogenaamde vrienden ook graag bij wilde maar niet in werd toegelaten. Dus toen ik in 2021 stopte met Telegram, was hij er als de kippen bij om mijn account over te nemen. Zo kon hij alsnog deelnemen aan de besloten groepen. Waarschijnlijk was ook dat een vooropgezet plan, wetend dat dat account op mijn naam had gestaan en ik dus in beeld zou komen bij de politie. Achteraf gezien hebben ze het allemaal heel subtiel aangepakt. Weet je nog dat Xio me vertelde over zijn kinderen die hij niet meer mocht zien? Absolute bullshit. Het klopte dat hij ze niet meer zag maar het interesseerde hem geen zak. Hij wist dat mijn kinderen mijn zwakke plek waren. Hij heeft er gewoon alles aan gedaan om mijn vertrouwen te winnen. En te beschadigen…. Ik acht mezelf een intelligent mens. Ik heb een hoog IQ. Maar zij hebben een hoog EQ. Ik dacht altijd dat ik een crimineel op grote afstand zou herkennen. Maar ze hebben het karretje zorgvuldig neergezet en ik heb me er net zo zorgvuldig voor laten spannen.’
Ben ik 100% onschuldig?
Het moment dat ik mijn kinderen niet meer mocht zien, was een absoluut breekpunt. Ik had alcoholist kunnen worden of kunnen emigreren naar een ander land. Maar ik koos ervoor om rancune de boventoon te laten voeren. Ik kreeg schijt aan de regels en samenleving. Een absolute hekel aan rechters. Helaas bleek de groep die die mening met mij deelde, bij uitstek de groep te zijn waar je niet mee in aanraking wil komen. En ben ik 100% onschuldig? Nee, waarschijnlijk niet. Maar de leider van de groep ben ik zeker niet. En dat diezelfde rechters dat steeds maar blijven herhalen, irriteert me mateloos. Justitie wil nog steeds antwoorden. Maar ik heb zelf net zo goed behoefte aan antwoorden op alle vragen die ik heb. Maar of ik die ooit ga krijgen? Ik ben bang van niet.’