Stop Ondermijning Samen

“De investeerder bleef vaag. Dat was een teken...”

Weet je, tijdens en na de eerste lockdown was ik nog wel positief. We hadden het maar mooi geflikt met z’n allen. Mijn bruine kroeg – een plek waar ik als het aan mij ligt m’n laatste adem uitblaas- was eigenlijk ook wel aan een verfbeurt toe. Dus toen we de deuren moesten sluiten, zijn we met het vaste personeel aan de slag gegaan. Gasten eruit, kwasten erin. Zoiets…..

Het was tijdens die eerste lockdown natuurlijk extreem rustig overal op straat. Des te meer valt het dan op als je voor je café, in het vroeg voorjaarszonnetje de stoelen staat te schuren en ik de lak zet. Maar net zo goed als dat wij blijkbaar opvielen, viel me toen ook op dat er iemand wel heel vaak langs liep. Een onbekende, die steeds een praatje aanknoopte. Of ik het financieel allemaal wel redde. Of ik geen vreselijke zorgen had. Ik waardeerde z’n vragen maar kon ze ook niet helemaal plaatsen. Waarom zou je zoiets een paar keer vragen? Nadat we weer open mochten, heb ik hem ook niet meer gezien.

Maar toen kwam de tweede lockdown. En daar werd ik zo boos en gefrustreerd van! Heb ik net voor duizenden euro’s geïnvesteerd in kuchschermen en andere maatregelen; moesten we wéér dicht. En deze keer ziet het er financieel minder rooskleurig uit. Omdat we een echte bruine kroeg en geen restaurant zijn, kan ik ook geen afhaalmaaltijden verkopen. Daarbij is de steun vanuit de overheid een stuk magerder dan het voorjaar dus het water stond me al snel aan de lippen. Ik zag mezelf de deuren al voorgoed sluiten voor onze stamgasten.

En toen opeens was daar diezelfde kerel weer uit het voorjaar. Stelde zich voor als investeerder die wel wilde helpen. Hij had me in het voorjaar volgens eigen zeggen zo zien ‘zwoegen’ op m’n stoelen, dat ‘ie met me te doen had. Dat ‘ie wel wat geld over had dat ik mocht lenen. Hij bleef alleen heel erg vaag over de voorwaarden. En met name waarom hij míj wilde helpen. En ik vond het ook niet zo’n frisse kerel. Een beetje zo’n prototype vechtersbaas; kaal hoofd, speknek, tatoeages. Gelukkig hebben we met alle horecaondernemers in het centrum een appgroep. Bleek dat hij al bij heel veel andere collega’s langs was geweest met hetzelfde aanbod. En dat hij ook door iemand herkend was als lid van een motorclub uit de buurt. Nou mag je niet generaliseren, maar ik doe het toch maar even. Witwassen van z’n criminele geld doet hij maar ergens anders; niet via mijn zaak.

M’n stamgasten zijn nu een crowdfunding-actie voor me gestart. Iets waar ik na lang twijfelen toch maar ‘ja’ tegen heb gezegd. Had ik dat bij het andere aanbod gedaan, dan was ik nu veel verder van huis geweest. Want tegen criminele investeerders kan je écht maar een keer nee zeggen.

Wat kun jij doen?