‘Daar hebben we wel een steekje laten vallen’
‘Als je een steek laat vallen, heb je niet helemaal secuur gewerkt. Er is een kleine fout gemaakt.’ Deze uitleg van het gezegde ‘een steekje laten vallen’ popt als eerste op als je ernaar googelt. Maar als dat gevallen steekje voor een pandeigenaar betekent dat huurders je fundering uitgraven om er een wietplantage in aan te leggen waardoor je pand uiteindelijk op instorten staat, dan is een van de vragen die bij je opkomen, of de bedrijfsmakelaar zijn werk wel goed heeft gedaan. Of op z’n minst zijn woorden zorgvuldiger had moeten kiezen.
In oktober 2022 treft de politie tijdens een integrale controle in een bedrijfspand een wietplantage met 500 planten aan. De ontdekking van de plantage is meer geluk dan wijsheid; op het oog zijn er in het pand geen bijzonderheden te zien. Pas na lang zoeken blijkt dat onder een pallet een gat van een bij een meter zit. Het gat leidt naar een professionele wietplantage die zich bevindt in de uitgegraven fundering. Omdat vrijwel de hele fundering is uitgegraven, besluiten politie en toezichthouders om de situatie door een bouwinspecteur te laten beoordelen. Deze acht het instortingsgevaar dusdanig groot dat hij het pand per direct sluit en ‘onbewoonbaar’ verklaart. De eigenaar ervan in grote vertwijfeling en onzekerheid achterlatend.
En opeens ben je zelf verdachte
‘Ja, dat was wel even gek. Ik ben enorm geschrokken want ik had uiteraard geen idee dat zich dit in mijn pand afspeelde. Alleen al de gedachte dat ze die dag nog met een dragline (red.: graafmachine) naar binnen zijn gereden. Als ze linksom waren gegaan, was het pand ingestort. Dat doet wel wat met je. En dan de politie die mij ook als verdachte ziet. Tenminste, daar leek het met al die suggestieve vragen wel op.’ Aan het woord is Mark (niet zijn echte naam), de eigenaar van de loods. De loods maakt onderdeel uit van een bedrijfspand met in totaal vier loodsen die Mark, samen met zijn broer en zus, al jaren verhuurt. Al vrij snel wordt duidelijk dat hij en zijn familie geen aandeel hebben gehad in de plantage en er ook niet van op de hoogte waren. En ook een bouwbedrijf waar de politie met grote interesse naar keek, blijkt niks met de zaak te maken te hebben. Mark: ‘Het pand was in eerste instantie één grote loods waar we er later vier van hebben gemaakt. Ik had het bouwbedrijf gevraagd om de elektra aan te passen van één energiemeter naar vier individuele meters. Maar om een of andere reden duurde dat erg lang en is er ook meerdere malen contact geweest met Liander. Als Liander dan vervolgens dingen bij elkaar op gaat tellen –je hebt nou eenmaal stroom nodig voor een wietplantage– ligt er al vrij snel ook een verdenking bij een bedrijf dat er niks mee te maken heeft .
Hoe de goedheid zelve zijn tegen je kan werken
Omdat de aanleg van individuele elektrameters lang op zich laat wachten en de toenmalige huurders daar wel om vroegen, besluit Mark de energiekosten voor eigen rekening te nemen. Een situatie die inmiddels al vijf jaar duurt en hem tegelijk typeert als mens. De goedheid zelve, wat helaas in dit geval tegen hem werkte. Mark: ‘Ik verdien m'n geld niet per se met de verhuur van de panden. En dat heeft me misschien wat nonchalanter gemaakt. Ik ben gewoon met andere dingen bezig dan dat onroerend goed. Maar er waren in eerste instantie ook geen signalen. De stroomrekening bleef gewoon stabiel omdat de stroom illegaal afgetapt werd. Ze hadden een goot gegraven voor een kabel en die vóór de meter aangesloten op het net. En een deel van het pand was in gebruik als parkeerplaats voor vrachtwagens. Eis van de verzekering. Maar iets anders dan parkeren, gebeurde er dus niet. Dat er in het laatste pand ook nauwelijks activiteit was, stond ik helemaal niet bij stil. En weet je, de verhuur is via een gerenommeerde makelaar gegaan. Zij hebben de huurder aangebracht en het contract opgesteld. Als zoiets via een bedrijfsmakelaar verloopt, mag je toch aannemen dat het goed zit?’
Wat mag je verwachten van een bedrijfsmakelaar?
Nadat het pand bouwtechnisch weer op orde is gebracht, was het op papier direct weer klaar voor de verhuur. Omdat de rechtszaak tegen de huurder echter nog liep en deze persoon keer op keer uitstel aanvroeg, duurde het nog ruim zes maanden voordat er nieuwe huurders in het pand konden. Een periode waarin zich gelukkig een bekende van Mark aandient met de vraag of hij het pand voor een jaar kan huren. Mark: ‘Ik ken de nieuwe huurder al jaren. Zit met z’n bedrijf tegenover me dus dat zit wel goed. Maar als dat niet het geval was geweest, had ik gewoon weer dezelfde bedrijfsmakelaar ingeschakeld. En natuurlijk heb ik ze wel even gevraagd hoe het nou zo verkeerd kon gaan. Het antwoord was dat ze daar mogelijk wel een steekje hadden laten vallen. Tsja, zoveel is duidelijk. Had ik er nog meer woorden vuil aan moeten maken? Dat heeft toch geen enkele zin. Het huurcontract dateert van zo’n acht jaar geleden. Toen besteedden bedrijfsmakelaars nog niet zoveel aandacht aan de screening van huurders. De noodzaak was er misschien ook minder. Gelukkig heeft dit voorval de bedrijfsmakelaar weer op scherp gezet. Het is ze nu overduidelijk dat een uitgebreide screening van potentiële huurders écht een must is.
De signalen liggen voor het oprapen
Mark is ervan overtuigd dat gemeenten een check kunnen doen op huurders; een soort controlemechanisme waar ze doorheen worden gehaald. Gemeenten hebben die bevoegdheid uiteraard niet. Dat betekent echter niet dat je een huurder op zijn of haar blauwe ogen moet geloven. Er bestaan verschillende checklists waar je als pandeigenaar of bedrijfsmakelaar een potentiële huurder ‘langs kan leggen’. De bedrijfsmakelaar heeft dit niet gedaan en ook Mark en zijn broer en zus lijken een aantal overduidelijke signalen niet gezien te hebben of hebben er geen betekenis aan gegeven. Mark: ‘Ik ben ervan overtuigd dat als we met z’n allen beter hadden opgelet, we de signalen -die er wel degelijk waren- hadden opgemerkt. Wat sowieso niet hielp was dat m’n broer de huurster wel heeft gesproken maar ik niet. Ik had dus geen idee wie ze was. Ze was de eigenaresse van een nagelstudio uit de buurt van Rotterdam. Waarom wil je dan een loods in het midden van het land huren? ‘Omdat het zo centraal ligt’, was het argument. Maar als je kijkt naar de omvang van de ruimte die ze huurde, die ze vulde met nepnageltjes, wimpers, mascaraatjes . Daar kon je de hele wereld mee voorzien van nieuwe nagels! Ook hun Facebookpagina was pas een half jaar actief. En er gebeurde helemaal niks op. Net als dat de overburen achteraf vertelden dat er nooit enige activiteit was. Geen busjes van DHL of wie dan ook die pakketjes kwamen halen of brengen. Zelf kwam ik hooguit eens per maand in de buurt omdat ik iets verderop nog een eigen loods heb. En inderdaad; ik zag ook nooit iemand. Hooguit een heel enkele keer een wit busje maar daarvan was mij niet duidelijk wat dat daar deed en wie erbij hoorde.
Een huurder als katvanger
Mark en zijn familie verhuren sinds 2006 bedrijfspanden, negen in totaal. Tot mevrouw A. het pand van hen huurt, hebben ze nooit noemenswaardige problemen met huurders. Iets wat er waarschijnlijk aan bijdraagt dat ze de huurachterstanden die al vrij snel ontstaan, te lang op z’n beloop laten. Mark: ‘In het huurcontract stond dat de huurder de huur rechtstreeks aan ons over moest maken. De bedrijfsmakelaar had daar dus geen rol meer in. Het eerste halfjaar liepen de betalingen nog oké maar daarna kwam de huur steeds met horten en stoten. Soms kwam betalingen van vijf verschillende rekeningen. Soms helemaal, soms maar een deel. Mijn zus deed de administratie. En natuurlijk nam ze weleens contact op met de vraag waar de huur bleef. Maar ze zat er niet strak genoeg bovenop. Het was niet dat ze na een maand achterstand al aan de telefoon hing; meestal liet ze het een paar maanden gaan. En ja, als je dan allerlei geloofwaardige verklaringen krijgt te horen. Ze was ziek, had kanker. Zo speelde ze met allerlei smoesjes in op het gemoed van m’n zus. Met de kerst vroeg ik haar dan wel eens hoe het met de betalingen stond. En dan zei ze: ‘Ja, ze loopt wel weer een beetje in.’ Maar waarschijnlijk was dat voor m’n zus ook een herinnering dat ze er weer eens achteraan moest. En om tussen het hoofdgerecht en het dessert door even de administratie door te nemen is natuurlijk ook niet handig. We hadden er gewoon te weinig aandacht voor. In totaal heeft het huurcontract zes jaar geduurd. Waarvan maar drie jaar huur betaald is. Op het eind gebruikte ze zelfs de smoes dat ze slachtoffer was van de toeslagenaffaire. Als je dan na de rechtszaak de vordering van achterstallige huur van €60.000,- uitbetaald krijgt via de Sociale Verzekeringsbank, dan zal dat deel dus wel kloppen. Mijn vordering op haar werd rechtstreeks betaald uit haar vordering op de staat. Misschien fungeerde de huurster wel als katvanger. Had ze zulke grote financiële problemen dat ze zich door anderen voor hun karretje liet spannen. Niet dat dat het goedpraat, maar het verklaart misschien iets. Als katvanger ben je immers ook een soort slachtoffer. Maar wel een slachtoffer dat het door mijn gemakzucht erg makkelijk had.
Een harde financiële leerschool
Op de vraag of Mark iets geleerd heeft van de hele situatie, zou je op basis van de geleden financiële schade een stellig antwoord verwachten. Het herstellen van de fundering kost namelijk €60.000,-; een bedrag dat niet geclaimd kan worden bij de verzekering omdat deze stelt dat je als eigenaar zelf verantwoordelijk bent voor ‘foute’ huurders. Nadat in oktober de plantage is aangetroffen, sluit de bouwinspecteur het pand per direct. En hoewel de fundering in december als is hersteld, loopt het huurcontract gewoon door. Omdat de huurster de rechtszaak steeds uitstelt, kan de rechter pas in juni het huurcontract ontbinden. Ook staan er nog allemaal spullen van de huurster. Spullen die je niet zomaar mag weggooien omdat het jouw eigendom niet is. Spullen die niks meer waard zijn en Mark uiteindelijk op eigen kosten moet verwijderen omdat de huurster ze niet ophaalt. De kosten voor een huurrechtadvocaat en negen maanden misgelopen huur maken het kostenplaatje compleet. Mark: ‘Alles bij elkaar een hele vervelende ervaring die heel veel geld heeft gekost. De huurster is veroordeeld tot het betalen van €50.000 ,- schadevergoeding. Maar van een kale kip valt weinig te plukken. Ja, we hebben er dus wel iets van geleerd. Niet dat m’n broer, zus en ik dingen nou onderling uitgesproken hebben. Dat niet. Maar ik ben ervan overtuigd dat als er in de toekomst betalingsachterstanden ontstaan, mijn zus er per direct bovenop zit.’
Criminelen zoeken jouw pand bewust uit
Een jaar later kijkt Mark wat gelaten terug op de hele situatie. ‘Als straks de huidige huurder vertrokken is, pak ik het wel anders aan. Allereerst verwacht ik van de bedrijfsmakelaar dat hij een potentiële huurder zorgvuldig screent. Er zijn checklists; gebrúík die dan ook. Anders simpelweg geen huurcontract. Alleen al wat eenvoudig onderzoek naar bijvoorbeeld de social media van de huurster had kunnen helpen. Vragen waarom ze voor deze gemeente koos in plaats van een aantal andere opties hier in de buurt. Opties die vanuit Rotterdam logistiek veel logischer waren. Ik begrijp het wel; als ze in een gemeente vijftien kilometer verderop de fundering hadden uitgegraven, dan waren ze na 20 centimeter al grondwater tegengekomen. Dat is achteraf wel een gek idee; dat criminelen heel bewust op zoek zijn geweest naar mijn pand. Iets waar de bedrijfsmakelaar overigens ook kritische vragen over had mogen stellen. Waarom voor jouw bedrijfsactiviteit dit pand? Niet dat ik de schuld alleen bij hen wil neerleggen; ook wij als verhuurders hebben steken laten vallen. We hadden sámen beter op moeten letten.
Stop met zelf verklaren van signalen, laat de huurder dat doen
Een nieuwe huurder krijgt straks een huurcontract waarin is opgenomen dat Mark periodiek langs mag komen. Mark: ‘Als ik weleens langskwam, keek ik altijd even naar binnen. En dan kon je gewoon alles zien; de muren, de vloeren. Niets wees op een hennepplantage. En ook de politie heeft er van 9 uur ’s ochtends tot 3 uur ’s middags over gedaan om die 500 planten te ontdekken. In het begin heeft er wel een tijdje een scherm gestaan waardoor je niet de hele loods kon zien. Waarschijnlijk waren ze toen aan het graven. En ja, ik vond het scherm raar. Maar toen dat na een paar weken ook weer weg was, was ik weer gerustgesteld. Hoefde ik ook niet te verklaren wat dat scherm daar deed. Ik verhuurde het toch via een makelaar? Dan zou het toch wel goed zijn? Nee dus. Wat ik in de toekomst anders ga doen? Ik ben me nu in ieder geval een stuk bewuster van waar ik op moet letten. De signalen lagen voor het oprapen en we zijn er met z’n allen gewoon overheen gestapt. Onbegrijpelijk, als je het me achteraf vraagt. Net zo goed als dat ik de signalen ook niet meer ga proberen te verklaren. Het zal wel dit of het zal wel dat. Als ik iets zie wat ik niet kan plaatsen of begrijp, mag de huurder tekst en uitleg geven. Want mijn eigen laksheid is me duur komen te staan. Dat gebeurt me niet nog een keer.’